INFORMATIE
Een harmonieuze orgelklank
Voor de bouw van het orgel van de CGK Ichthus te Urk is voor een groot deel gebruik gemaakt van materiaal uit het voormalige Kleuker-orgel van de St. Johanniskirche te Hannover. Het pijpwerk van het Detlev-Kleuker orgel was ‘wijd’ gemensureerd en bood daarom vele mogelijkheden om bijvoorbeeld een ander klankbeeld te scheppen. De opbouw van het huidige orgel is in de breedte en uitgevoerd met moderne materialen. Behalve het pijpwerk en windladen is van de oude materialen niets meer hergebruikt.
Orgelmaker Ide Boogaard uit Rijssen kreeg de opdracht voor de bouw van een drieklaviers orgel. Als adviseur trad Stef Tuinstra op. Samen met de orgelcommissie begonnen zij aan de realisering van een nieuw prachtig instrument.
Drieklaviers
Er ontstond een nieuw drieklaviers concept met drie manualen (Hoofdwerk, Rugwerk, Bovenwerk in zwelkast) en Pedaal in een nieuwe orgelkas met nieuw frontpijpwerk. Het frontontwerp sluit aan bij eerder door Boogaard gemaakte orgels in Geldermalsen (2004/2005) en Scherpenzeel (2013).
Van het Kleuker-orgel werden het pijpwerk, de hoofdwerklade en de zwelwerkladen opnieuw gebruikt. Voor het Pedaal werden nieuwe C- en Cis-laden gemaakt; voor het Rugwerk werd gebruik gemaakt van een lade uit het voormalige Van Leeuwen-orgel (1953/1956) uit de Grote Kerk te Vianen. De drieklaviers klaviatuur is eveneens afkomstig uit Vianen.
Uitbreiding
Voor de uitbreiding van de dispositie werden enkele registers nieuw gemaakt; een aantal registers kon uit de voorraad van de orgelmaker worden geleverd. Het frontpijpwerk werd geheel nieuw gemaakt. Voor het Hoofdwerk werden nieuwe Trompetten 16’ en 8’ gemaakt, de twee Kleuker-trompetten van het Hauptwerk kwamen op het Bovenwerk terug als Fagot 16’ en op het Rugwerk als Schalmei 8’. Om meer tegengewicht te kunnen bieden tegen de nieuwe tongwerkbezetting van de manualen werden de pedaaltongwerken voorzien van wijdere kelen. Het Hoofdwerk werd voorzien van een nieuwe Cornet V discant.
Hinsz
Voor de klankgeving was aanvankelijk het Bätz-orgel van de Evangelisch Lutherse Kerk in Den Haag het uitgangspunt. Gaandeweg het project bleek de klankwereld van Hinsz – en dan met name diens orgels in Kampen en Bolsward – beter aan te sluiten bij de mogelijkheden die de mensurering van het pijpwerk aangaf. Daarvoor werd de intonatie door Ide Boogaard grondig herzien. Voor het Bovenwerk is meer naar romantische sferen gezocht met de plaatsing van strijkers en een zwelkast.
Bron: https://www.ichthus-urk.nl/orgel/orgel-informatie/
8 GB RAM (excl. besturingssysteem) is nodig om dit orgel te laden.
DISPOSITIE
Rugwerk (C-g”‘)
Prestant 8′
Holpijp 8′
Octaaf 4′
Roerfluit 4′
Quintfluit 3′
Octaaf 2′
Quint 1 1/2′
Tertiaan II sterk
Scherp IV sterk
Dulciaan 16′
Schalmei 8′
Tremulant
Hoofdwerk (C-g”‘)
Bourdon 16′
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Gedekt 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Cornet V sterk
Mixtuur VI sterk
Scherp III sterk
Trompet 16′
Trompet 8′
Tremulant
Hw-Rw
Hw-Zw
Zwelwerk (C-g”‘)
Salicionaal 8′
Baarpijp 8’
Quintadeen 8′
Viola di Gamba 8′
Vox Celeste 8′
Fluit 4′
Nasard 3′
Woudfluit 2′
Flageolet 1′
Fagot 16′
Hobo 8′
Vox Humana 8′
Tremulant
Pedaal (C-f’)
Prestant 16′
Subbas 16′
Roerquint 12′
Octaaf 8′
Gedekt 8′
Octaaf 4′
Bazuin 16’
Trompet 8′
Cornet 4′ (tongwerk)
Ped-Hw
Ped-Rw
Ped-Zw